De geschiedenis van Lambert van den Bosch in Ede speelt zich voornamelijk af in Veenendaal, waar het bedrijf de eerste 97 jaar van haar bestaan was gevestigd. Lambertus van den Bosch, die eerst net als zijn vader wagenmaker wilde worden, besloot in 1906 toch in hout te gaan handelen. Na de eerste voorspoedige jaren had, toen nog Houthandel L. van den Bosch, ook zo haar tegenslagen. Ondanks de verschillende verplichte verhuizingen en een grote brand heeft het familiebedrijf zich toch staande weten te houden tot op de dag van vandaag.
Met trots presenteren wij, als vierde generatie, u het bedrijf waar onze familie al 110 jaar aan gewerkt heeft.
Begin 2006 vierde Lambert van den Bosch BV het 100-jarig bestaan van het bedrijf, dat van een eenmanszaak aan de Hoofdstraat in Veenendaal, uitgroeide tot een bloeiende houtindustrie en spantenfabriek met ruim 60 medewerkers aan de Rijksweg in Ede. Inmiddels leiden twee van de drie zonen van Bert van den Bosch, Niels en Lambert van den Bosch, ondertussen de vierde generatie, het familiebedrijf tot op de dag van vandaag.
In de loop van de jaren negentig werd het duidelijk dat de gemeente Lambert van den Bosch BV graag een keer weg zou willen hebben uit het centrum van Veenendaal. Omdat de gemeente geen grond had voor het verplaatsen van de houthandel nam Bert van den Bosch in 1998 de fabriek Heko Spanten in Ede over, opgericht in 1921. Het bedrijfsterrein in Ede was groot genoeg om er ook de houthandel te huisvesten. Na een gedegen voorbereiding vond de verhuizing van Veenendaal naar Ede plaats in de zomer van 2003.
Op het terrein van de houthandel liet Bertus van den Bosch steeds meer houtloodsen en werkplaatsen bouwen en in 1980 de eerste lakspuiterij voor het lakken van plinten. In 1988 droeg hij de leiding van het bedrijf over aan zijn zoon Bert. In 1991 startte Lambert van den Bosch BV als eerste in Nederland een grootschalige productie van superglad, geprofileerd MDF lijst- en plintwerk onder de naam Greenline. Daarna ontwikkelde Bert van den Bosch het systeem LamboWood, waarbij hout wordt gemodificeerd door het eerst kurkdroog te maken en daarna te verhitten.
In 1955 werd Lambert van den Bosch BV getroffen door een grote brand. De zagerij werd ternauwernood gered van de vuurzee die nacht. De oorzaak is tot op de dag van vandaag onbekend. Voor de klussende particulieren richtten de broers Van den Bosch in 1956 Vebotex op voor de verkoop van plaatmaterialen, verf en ijzerwaren vanuit de oude werkplaats aan de Kerkewijk. In 1961 ging Herman Hendrik daar alleen mee verder en belastte zijn broer Bertus zich met de groothandel annex zagerij en schaverij onder de naam Houthandel Lambert van den Bosch BV. Rond de jaren zestig kwam ook de import van Scandinavisch hout op gang bij de houtzagerij. De houthandel kocht houtstronken op waarna zij deze inlands rooide en zelf zaagde.
Na de oorlog ging Lambert van den Bosch BV weer voortvarend aan de slag met het kopen, rooien en zagen van inlandse bomen als beuken, douglas (oregon pine), eiken, grenen, iepen, lariks, populieren en vuren. Het bedrijf was ondertussen overgenomen door de zonen van Lambertus en verhuisd naar de locatie Geerseweg naast de spoorlijn, nadat ze op last van de gemeente Veenendaal door de groei van het bedrijf moesten verhuizen.
In 1921 verkreeg Lambertus van den Bosch zijn eerste Hinderwetvergunning tot het oprichten van een houtzagerij op de locatie Kerkewijk, te Veenendaal. Een aantal jaar later in 1929 vergaf de gemeente Veenendaal nogmaals een Hinderwetvergunning aan Lambertus. Ditmaal tot de uitbreiding van een inrichting voor machinale houtbewerking door het bijplaatsen van een electromotor van 10 P.K. voor het drijven van een eveneens bij te plaatsen schaafmachine op het perceel kadastraal bekend gemeente Veenendaal in sectie D. no. 1516.
In 1906 was de eenmanszaak Houthandel L. van den Bosch een feit. Lambertus van den Bosch begon vanuit zijn werkplaats in de Hoofdstraat 17 met de verkoop van vrachten brandhout en stapels tasplankjes voor de steenfabrieken langs de Neder-Rijn. in 1908 werd een stuk weiland, bedoeld voor opslagplaats, aan de Kerkewijk 37 te Veenendaal gekocht waarop hij later in 1912 een werkplaats met woning bouwde.
Afkomstig van het erve en goed Bosch in Leuvenheim, een buurtschap in de gemeente Brummen, vestigde Hendrik Beerents van den Bosch zich in de Klomp. Zijn kleinzoon Barend van den Bosch begon een wolkammerij in de regio. Diens kleinzoon Gijsbertus van den Bosch oefende het beroep van zelfstandig wagenmaker uit in de Hoofdstraat van Veenendaal, waar later de houthandel uit voortkwam.